donderdag 17 november 2011

Het Nieuwe Werken raakt ingeburgerd

Kluwer deed dit jaar al weer voor het derde opeenvolgende jaar onderzoek naar de stand van zaken op het gebied van Het Nieuwe Werken (HNW), het Nationaal onderzoek Over Het Nieuwe Werken. Bijna 3500 lezers van vakbladen en leden van community’s deden mee.
Belangrijkste conclusiesHet Nieuwe Werken raakt vlot ingeburgerd. De bekendheid is toegenomen naar 96%. Daarnaast bepaalt ruim de helft (54%) van de medewerkers waar en wanneer het werk wordt gedaan. In tegenstelling tot in Nederland staat Het Nieuwe Werken in Belgiƫ echter nog in de kinderschoenen.
Betekent dit dat het predikaat ‘Nieuw’ in Het Nieuwe Werken voortaan achterwege kan blijven? Dat lijkt volgens het onderzoek een te vroege conclusie. Hoewel steeds meer werknemers kunnen bepalen waar en wanneer het werk wordt gedaan, geldt dit nog lang niet voor iedereen. Afgelopen jaar was dat 47% van de werknemers, terwijl het in 2011 gaat om 54%.

‘Er is een aardverschuiving aan de gang in Nederlandse organisaties’, zo reageert Henny van Egmond van Yolk op het onderzoek. Van Egmond is onder andere auteur van de Kluweruitgave Het nieuwe werken van visie naar praktijk en een van de trendsetters op het gebied van Het Nieuwe Werken. Volgens Van Egmond lijkt de stijging gering, maar gaat het wel om meer dan 500.000 mensen die vergeleken met vorig jaar hun werk flexibel kunnen indelen. Ook zijn de effecten volgens hem enorm. ‘Kijk naar de fors toegenomen leegstand van kantoren en het veel lagere aantal files.’ Vaak wordt dat toegeschreven aan de nieuwe wegen die zijn aangelegd. Thuiswerken en flexibele werktijden heeft echter ook een enorme invloed op het aantal files, aldus Van Egmond. ‘Uit de cijfers blijkt ook dat veel organisaties net met invoering van Het Nieuwe Werken beginnen. Meer asfalt lijkt dan ook een slechte investering.’
Zelf beslissen waar en wanneer het werk wordt gedaan, is verder vooral een optie voor het hoger management (71%) en ruim de helft (55%) van de kennisspecialisten/professionals. Hier is een duidelijke kloof met de rest van de organisatie zichtbaar. Van het ondersteunend personeel heeft namelijk maar 28% de mogelijkheid om zelfstandig hierover te beslissen. We zien het ook steeds meer in beroepen waar je het niet verwacht, zoals bijvoorbeeld in de thuis- en jeugdzorg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten