dinsdag 1 februari 2011

Zo ontmaskert u een luie collega

Er zijn collega’s die geld verdienen met niets doen. En dat bovendien goed weten te verbergen. Herken de trucjes die ze toepassen.

Aardig onderzoekje van de Amerikaanse professor Eric Abrahamson. De man is verbonden aan de Columbia Business School en gespecialiseerd in leiderschap, time-management en organisatievraagstukken. Onderwerpen waar hij twee boeken over schreef en daarmee in de prijzen viel. Abrahamson vroeg zich af hoe het toch kan dat sommige werknemers in grotere organisaties bitter weinig uitvoeren en toch onder de radar van hun chef weten te blijven. Geld verdienen door lui te blijven dus. In Forbes vertelt hij hoe werknemers dat voor elkaar krijgen. MT pikte de meeste interessante trucjes eruit en zet ze voor u op een rij.

1. Onopgemerkt blijven
Luie slimmeriken manoeuvreren bij voorkeur uit het zicht van hun leidinggevende. Hun beredenering? Als hij me niet ziet, dan zal hij wel niet aan me denken. Grote kans daarom dat ze regelmatig aan het bureau van een collega hangen, buiten staan te roken of met grote regelmaat bij het koffieautomaat zijn te vinden. Wie immers niet op zijn plaats zit, krijgt meestal ook geen nieuwe opdracht in de schoenen geschoven. Zelden beginnen ze ’s morgens op dezelfde tijd, zodat het minder snel opvalt dat er geen acht uur worden vol gemaakt. En uiteraard wordt er regelmatig (zogenaamd) thuis gewerkt. Helemaal van deze tijd natuurlijk, maar wel lastiger te managen als het gaat om productiviteit.

2. Druk, druk, druk
U heeft ze wellicht ook op kantoor lopen. Collega’s die te pas en te onpas brullen hoe druk ze wel niet zijn. Wie vraagt ‘hoe gaat het met je’ krijgt dan ook meestal dit antwoord getrakteerd. Alle reden voor argwaan, want de kans bestaat dat het hier om een regelrechte schijnmanoeuvre gaat. Hoe harder mensen brullen dat ze het zo druk hebben, hoe groter de kans dat dit in de praktijk reuze meevalt. De echte harde werker hoort u namelijk niet. Abrahamson noemt dit in zijn onderzoek anticipatory screw-up. Vrijvertaald: anticiperend knoeiwerk.

3. Het niet willen snappen
Instrueren behoort niet voor elke managers niet tot de meest favoriete bezigheid. Zeker niet als het gaat om een ogenschijnlijk simpel klusje. De luie collega in kwestie neemt de opdracht weliswaar aan – hij moet wel – maar benadrukt tegelijkertijd de onzekere afloop. Zijn hele reactie is verweven in onbegrip en een spervuur aan vragen is het lot dat de manager treft. Grote kans dat die uiteindelijk toch maar even een andere collega inschakelt of zelfs besluit om de klus eigenhandig uit te voeren. Dat is immers sneller.

4. Technische termen
Nog een handig trucje dat veelvuldig en dan vooral door it’ers wordt toegepast. Ze eigenen zichzelf een opdracht toe dat nogal technisch van aard is en door hun chef niet echt wordt begrepen. Dat biedt ze alle ruimte om vooral veel tijd uit te trekken voor het uitvoeren van de klus. Vragen van hoger hand kunnen eenvoudig worden gepareerd. Ze gooien er gewoon een paar technische termen tegenaan. Daarmee gaat de manager voorlopig weer even terug in zijn hok.
5. Mailen na werktijd

’s Avonds even een e-mail versturen naar de chef. Het kost waarschijnlijk nog geen vijf minuten van hun tijd, maar geeft wel de indruk dat er ‘weer eens hard gewerkt' wordt. Gebeurt dit regelmatig en heeft u als manager zo uw twijfels? Ga er dan eens voor zitten en stuur binnen vijf minuten een reply met twee tot drie vragen. En dan eens even kijken hoe lang het duurt voordat er antwoord komt en er dus nog gewerkt wordt.

6. Misbruik van stagiaires
Luie medewerkers die al iets hoger in de boom van de organisatie zitten lukt het vaak om collega’s klusjes te laten doen waarvoor ze zelf de credits opstrijken. Junior-medewerkers en vooral stagiaires zijn hiervoor geliefde doelwitten. Zij doen al het werk en missen het vermogen of de positie om daarover hun beklag te doen.
(bron: MT.nl)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten