donderdag 14 mei 2009

Nederlandse bloementelers stimuleren economie in Ethiopië

Ethiopië beleeft een ware bloemenrevolutie. Het aantal kwekerijen in de hooglanden rondom Addis Abeba is de afgelopen jaren geëxplodeerd. Waren er in 2003 nog maar drie bloemenbedrijven, inmiddels zijn dat er 106, waarvan ongeveer de helft in buitenlandse handen.

Behalve zo'n 30 Nederlanders zijn er ook Indiërs, Israëli's en Duitsers actief. De exportwaarde van de sector, inmiddels goed voor 60.000 arbeidsplaatsen, steeg tussen 2003 en 2008 van 5,5 miljoen naar meer dan 150 miljoen dollar. In 2008 produceerde Ethiopië bijna een miljard stelen, waarvan het grootste deel naar Nederland vertrok. Ethiopië is uitgegroeid tot de grootste toeleverancier op de Nederlandse bloemenveilingen, na Israël en Kenia. Nederland is hierdoor de vierde handelspartner van Ethiopië geworden.

AQ Roses
Aan de oevers van Lake Ziway ten zuiden van de hoofdstad Addis Abeba verbouwen de broers Frank en Wim Ammerlaan rozen op het grootste bloementeeltcomplex van het land. De kwekerij, AQ Roses, is een dependance van het familiebedrijf in Rijsenhout langs de A4 bij Schiphol. "Dagelijks snijden we hier een kwart miljoen rozen", vertelt Frank Ammerlaan. "De bloemen worden 's nachts naar het vliegveld vervoerd. In de loop van de volgende dag worden ze naar Nederland gevlogen."

De impact van de komst van de bloemensector op Ziway, Ethiopië is enorm. Maandelijks stromen er nu duizenden euro's an salaissen het dorp binnen. Op straat zie je dat overal terug. Het wemelt nu van de fietsen en de mobiele telefoons. Tijdens het werk heeft Ammerlaan zelfs mobieltjes moeten verbieden. "Iedereeen stond continu te bellen."

Ook de sociale structuur is veranderd in het dorp.
Voor Ethiopische begrippen betalen de Ammerlaans goed: 20% meer dan het landelijk gemiddelde. Elke dag staan er dan ook honderden werkwilligen voor de deur. AQ Roses heeftvooral vrouwen in dinst, waardoor hun maatschappelijke positie sterk is verbeterd. Nu zij hetgeld verdienen, hebben zíj thuis de broek aan.

Voor de mentaliteit van Ethiopische mannen had Ammerlaan aanvankelijk geen goed woord over, maar ook daarin ziet hij langzaam verandering komen. "Een paar jaar geleden waren het echt een stelletje nietsnutten. Nu zien steeds meer mannen in dat ze wel degelijk iets van hun leven kunnen maken." Daarnaast heeft hij te kampen met een groot verloop en van ethnische spanningen tussen zijn medewerkers, voornamelijk Amhara en Oromo, twee van Ethiopië's negen bevolkingsgroepen. (bron: Agriholland.nl)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten