dinsdag 19 juli 2011

Minder Postbus 51-campagnes, maar meer effect


De effectiviteit van Postbus 51-campagnes neemt toe. Ook het bereik van de campagnes en de waardering van het publiek vertonen een stijgende lijn. Dat blijkt uit de Jaarevaluatie 2010 van de Postbus 51-campagnes.

Het aantal Postbus 51-campagnes is de afgelopen jaren fors gedaald. Sinds 2009 is het aantal teruggebracht naar maximaal 20 per jaar. Met ingang van 2011 tellen alle campagnes die gebruik maken van de inzet van landelijke TV, zowel binnen Postbus 51 als daarbuiten, mee in het maximum aantal van 20.

In 2010 zijn 18 Postbus 51-campagnes gevoerd, waaraan een mediabudget van in totaal €9,3 miljoen is besteed. In 2005 waren de bestedingen aan de gezamenlijke Postbus 51-campagnes nog ruim twee keer zo hoog als in 2010, namelijk €18,9 miljoen. Sindsdien is het aantal campagnes en het mediabudget per campagne steeds verder gedaald. Televisie- en radiospots vormen een belangrijke basis voor Postbus 51-campagnes. Daarnaast wordt circa de helft van het mediabudget besteed aan andere media zoals internet, buitenreclame en print.

De waardering van het publiek voor de Postbus 51-campagnes is gestegen van een gemiddeld rapportcijfer van 6,6 in 2007 naar een 6,9 in 2010. 86% van de campagnes laat op de communicatiedoelstellingen een significante verbetering zien qua kennis, houding en/of beoogd gedrag. Dat is een duidelijke verbetering in vergelijking met voorgaande jaren.

Er is een einde gekomen aan de afnemende zichtbaarheid van de campagnes, die in de Jaarevaluatie van 2008 werd gesignaleerd. 86% van het volwassen publiek herkent de uitingen van de campagne. Dit komt mede doordat de televisie-inzet van een standaard Postbus 51-roulement is verzwaard.

Aan de effectiviteit van de campagnes wordt ondermeer gewerkt door de TV-campagnes te clusteren in thema’s zoals Veiligheid, de inzet van campagne-effectonderzoek, het centraliseren van de campagnebegeleiding en inkoop, en een zogeheten technische uitvoeringstoets als indicator van potentiële effecten van massamediale media-inzet. Voor alle campagnes die gevoerd worden onder de vlag van Postbus 51 geldt dat systematisch onderzoek inzicht geeft in hun effectiviteit en kostenefficiency. (bron: Communicatieonline.nl)

maandag 18 juli 2011

Donald Duck helpt jonge twitteraars


Donald Duck, zelf ook actief twitteraar, en Pluto helpen jongeren deze week om bewust en veilig om te gaan met Twitter. Ze geven via het sociale medium elke dag een TwitterTip.

De vorige week gestarte campagne maakt deel uit van het voorlichtingsprogramma WifiWijs, dat zich richt op kinderen op het mobiele internet.

Kinderen dienen zich bewust te zijn wie hen volgt en beseffen onvoldoende dat wat ze op internet schrijven, blijvend is en door iedereen is te lezen. Kinderen kunnen onderling ook zelf TwitterTips uitwisselen. (ANP)

Guerrilla-actie van Zeeman op Amsterdam Fashion Week


Volgens Zeeman hoeft mode niet duur te zijn. En waar kun je dat beter bewijzen dan op de Amsterdam International Fashion Week? Een fancy logo, website en persbericht zorgden voor hooggespannen verwachtingen bij de bezoekers. En voor een volle zaal, die de guerrilla-actie gelukkig wel wist te waarderen.

Slechts zeven mensen wisten ervan, terwijl maar liefst 30 bedrijven en freelancers maandenlang werkten aan de lancering. De aanwezige bloggers en journalisten kregen een uur voor de show een perskit met achtergrondinformatie en de foto's. Een speciaal 'virus' moest ervoor zorgen dat het plan niet voor de show uitkwam. "Openden de journalisten het bestand voor 3 uur 's middags, dan kregen zij een persbericht te zien over de lancering van het merk Frank dan kregen de journalisten het bestand onder ogen waarin de link met Zeeman duidelijk werd en alle achtergrond informatie over de campagne stond."

Lees op de website van Frank Fashion meer over hoe slim de stunt is bedacht en uitgevoerd. (bron: Molblog.nl)

En 3 tips aan COZ Marketing en Zeeman

maandag 11 juli 2011

Voor je het weet: printen in 3D

Je kunt je het misschien nog niet voorstellen, maar het is al mogelijk: printen in 3D.
3D-printen bestaat al lang in de medische wetenschap, de architectuur en game- en filmindustrie en bij kunstenaars. Nu er ook 3D-printers voor consumenten op de markt komen, wordt het leven een stuk makkelijker. Binnen afzienbare tijd maak je thuis met je 3D-printer alles wat je maar wenst. Gooi je een glas stuk? nou dan print je toch een nieuwe? Of maak nu simpel je zelfontworpen sieraden.

Techniek
De 3D-printer maakt van een digitaal ontwerp een fysiek object. Elk object dat je wilt printen, moet eerst ontworpen worden in een 3D softwareprogramma. Vervolgens bouwt de printer het object laagje voor laagje op. Er zijn al veel verschillende printers. De één maakt gebruik van een fijn poeder van bijvoorbeeld gips, plantaardige stoffen of polyester. Door de lagen poeder met elkaar te verbinden ontstaat een vaste vorm. Een andere manier is een printerspuit die gesmolten materiaal spuit en het voorwerp laag voor laag opbouwt.

Shapeways, een voormalige Philips afdeling loopt voorop in de wereld van 3D printing. Philips is nog steeds aandeelhouder en de productie, logistiek en klantenservice zijn nog altijd gevestigd in Nederland. Shapeways print maandelijks meer dan 17.000 individuele items. En dat aantal neemt gestaag toe. Bij Shapeways kun je producten maken, kopen en ook online verkopen. In een range van polymeren, staal, glas en ceramiek. Je kunt een eigen winkel ontwikkelen waar je je eigen ontworpen producten verkoopt.(bronnen: Frankwatching, De Ondernemer)


Kijk voor voorbeelden op http://www.3dprototyping.nl/01-rapid_prototyping.htm

vrijdag 8 juli 2011

QR of beeldherkenning?

De QR-Code werd in 1994 in Japan ontwikkeld en staat voor ‘Quick Response Code’. Toyota wilde auto-onderdelen beter kunnen identificeren en vroeg daarom dochteronderneming Denso om een te ontwikkelen. De tweedimensionale streepjescode werd oorspronkelijk alleen in de auto-industrie gebruikt, maar wordt inmiddels toegepast in tijdschriften, op bushaltes en visitekaartjes. In Nederland is de code bijvoorbeeld terug te vinden op de e-tickets van de NS en ook steeds vaker op posters en billboards.

Rudy van Belkom besteedt op Frankwatching.com aandacht aan QR codes. Wanneer zijn ze wel handig, en vooral wanneer niet. Hij vindt deze manier van content linking alles behalve vernieuwend en niet altijd even handig. Beeldherkenning is een goed alternatief. Lees meer


Ik woon in Hilversum en daar zet de gemeente ook al QR codes in op 39 jonge monumenten. Wanneer je deze code scant met een smartphone, dan kom je op een website met verhalen, foto’s en filmpjes over het pand. Hilversum sluit hiermee aan bij het project Oneindig Noord-Holland van de provincie. Zie www.oneindignoordholland.nl

Zwitserse partij wil Powerpoint verbieden

Een Zwitserse politieke partij wil 100.000 handtekeningen verzamelen om zo een referendum te houden over het verbieden van Powerpoint, de vooral in het bedrijfsleven alomtegenwoordige presentatiesoftware van Microsoft. Powerpoint is volgens de protestpartij APPP (Anti Powerpoint partij) niet alleen saai, maar kost Zwitserland ook nog eens 1,7 miljard euro per jaar aan verloren arbeid. De groep gaat hierbij uit van het principe dat 85 procent van de deelnemers aan een Powerpoint-presentatie vindt dat hij zijn tijd aan het verdoen is.

"Het grootste deel van de aanwezigen zet zijn verstand op nul", aldus APPP-oprichter en presentatietrainer Matthias Pöhm tegenover een Zwitserse krant. Over de economische opbrengsten laat hij zich niet uit.

Bindend
Referenda zijn bindend in Zwitserland, maar de kans dat er 100.000 handtekeningen worden opgehaald lijkt niet groot. Pöhm hoopt daarnaast in oktober te worden verkozen in het Zwitserse parlement, maar streeft naar eigen zeggen vooral naar 'bewustwording'. En hij probeert ondertussen een graantje mee te pikken door de verkoop van zijn boek "De dwaling Powerpoint'. Volgens Zwitserse media reikt de teller van het aantal APPP-leden nog niet verder dan 360. Het 'gevaar' Powerpoint kwam al eerder aan bod in The New York Times. Een stortvloed aan presentaties zou het Amerikaanse leger doen afglijden in een zee van 'bulletpoints' die los staan van de realiteit. (bron: nu.nl)

Ik krijg een 1 april-gevoel bij dit bericht. Het kan toch niet waar zijn dat a) men boos wordt op een middel i.p.v. op de presentator zelf die zijn verhaal blijkbaar niet over de bühne kan brengen en b) hier een politiek partij voor wordt opgericht.
Als het echt waar is, zegt het veel over het niveau van deze partij, laat staan sommige Zwitsers.

woensdag 6 juli 2011

Minder reclamefolders in de bus


Goed nieuws voor het milieu: Het afgelopen jaar zijn er weer minder reclamefolders op de deurmat gevallen. Het aantal daalde van 11,9 miljard stuks in 2009 tot 11,7 miljard vorig jaar, een daling van 1,7 procent. Dat blijkt uit cijfers van de Dutch Dialogue Marketing Association(DDMA).

Bedrijven versturen hun folders veel gerichter, waardoor het volume afneemt. Wanneer rekening wordt gehouden met de toename van het aantal nee/nee of nee/ja-stickers, is het aantal folders per huishouden echter alleen maar toegenomen.
Vorig jaar zat op 18 procent van de brievenbussen zo'n sticker, tegen 16,6 procent een jaar eerder.

De meubelbranche geeft de meeste folders uit, gevolgd door supermarkten, de kledingbranche, warenhuizen, drogisterijen, doe-het-zelfwinkels en elektronicazaken. Van die branches daalde in 2010 alleen het aantal folders dat door elektronicazaken werd verspreid.

Op zoek naar aanbiedingen
De tijd die mensen besteden aan het doornemen van de folders loopt al jaren gestaag op en nam ook vorig jaar toe. Wat opvalt, is dat steeds meer mensen de folders doorzoeken op aanbiedingen. Vorig jaar was dat percentage gestegen tot 48 procent, het hoogste in jaren. In 2009 bijvoorbeeld gaf 40 procent van de mensen aan de folders om die reden te bekijken. Een vijfde geeft aan de blaadjes te bekijken om zich te oriënteren, een even groot percentage gaat ermee zitten puur voor de ontspanning.

Reclamefolders worden zelden door één persoon in huis gelezen. In ruim driekwart van de huishoudens worden ze door minstens twee mensen bekeken of gelezen, gemiddeld door 2,2 mensen. Hoeveel folders er ook worden verspreid, nog altijd wordt ongeveer de helft bekeken en de andere helft niet. De verspreiders van folders blijken wel steeds vaker hun doel te bereiken, want de zogeheten kooprealisatie neemt toe. (bron: Salesonline)

Beslissers: Nieuwe media maken crises moeilijker te managen


Vijfenzestig procent van de beslissers van bedrijven denkt dat de nieuwe media crises moeilijker te managen maken en maar 54 procent van de respondenten heeft een crisismanagementplan. Dit zijn een paar van de bevindingen van de Crisis Preparedness Studie van Burson-Marsteller, een wereldwijd leidend full-service communicatiebureau, en haar dochterbedrijf Penn Schoen Berland, een wereldwijd onderzoeksbureau. Zesenzestig procent van de respondenten gelooft dat nieuwe media de kosten van een crisis verhogen. De resultaten van dit onderzoek zijn vorige week gepresenteerd tijdens een bijeenkomst voor crisiscommunicatie professionals in Barcelona.

De meerderheid (81%) van de respondenten verwacht wel dat de invloed van nieuwe media steeds meer een rol speelt in het sturen van de reputatie gedurende een crisis. 43 procent van de ondervraagden zegt dat het onvermogen om effectief te reageren op de nieuwe media een van de grootste problemen was voor hun bedrijf bij recente crises zoals die van BP en de degenen die door Wikileaks zijn aangevallen. Ook vindt 65 procent het moeilijk om opinies online te beïnvloeden.Toch is er op de lange termijn ook een positief geluid over social media: van de ondervraagden meent 55 procent dat nieuwe media het uiteindelijk voor bedrijven juist makkelijker maken om te herstellen van een crisis. Lees meer

Lees het rapport

dinsdag 5 juli 2011

Nederlanders blijven gul


Nederlanders zijn binnen Europa het vrijgevigst als het aankomt op giften aan goede doelen. Tweederde van de Nederlanders doneert aan goede doelen, terwijl het Europese gemiddelde op een derde ligt. Dat blijkt uit onderzoek van GfK Verein in opdracht van Wall Street Journal.

Het aantal Nederlanders dat meer dan duizend euro per jaar geeft is ook hoger dan in de ons omringende landen. Voor het onderzoek zijn 13.950 mensen van 15 jaar en ouder uit 14 Europese landen ondervraagd.

Nederland scoort beduidend beter dan de oosterburen. Van de Duitse ondervraagden zei slechts een vijfde jaarlijks aan goede doelen te geven. Duitsland is daarmee in de onderste regionen van de ranglijst te vinden.

Nederlanders hebben een sterke voorkeur voor gezondheidsfondsen, terwijl Duitsers relatief vaak religieuze doelen ondersteunen. Kinderwelzijn scoort in Nederland relatief laag in vergelijking met de landen om ons heen. (bron: ANP)

TNO: gebruik sociale media stimuleert creativiteit


De vermeende emotionele uitputting door de enorme informatiestroom van social media, blijkt niet te kloppen. Het tegendeel is zelfs waar. Het gebruik van social media maakt werknemers juist innovatiever. Dat blijkt uit onderzoek door TNO.

TNO volgde gedurende twee jaar het gedrag van ruim drieduizend werknemers. “Het gebruik van social media prikkelt werknemers tot creativiteit en nadenken. Daardoor ontstaan nieuwe ideeën waarmee bedrijven hun voordeel kunnen doen”, stelt Paulien Bongers, innovatiedirecteur Arbeid bij TNO.

Bongers: "Sommige instellingen hebben het hele proces dat een werknemer moet volgen van a tot z vastgelegd in protocollen. Er wordt geen eigen inbreng van de werknemer verwacht en daardoor loopt het bedrijf innovatiekansen mis. Inzet van social media leidt tot langere en veelvuldigere contacten met de klant dan het ene telefoontje of gesprek op kantoor. Je leert de klant bovendien beter kennen en dat kan leiden tot nieuwe ideeën."

Mensen die beroepsmatig veel met informatie omgaan hebben het positieve nut van sociale media omarmd. "Maar liefst 43% van de twitteraars of facebookers komt uit deze groep. Ook managers, die 10% van de social media-gebruikers uitmaken, zijn goed vertegenwoordigd. Zij vertonen dus meer innovatief gedrag", aldus Bongers. (bron: Adformatie.nl) Lees meer.

maandag 4 juli 2011

FNV huurt zwaar geschut in voor communicatiestrijd

Ze staat zevende in een door de Volkskrant opgestelde top 200 van meest invloedrijke Nederlanders. Met die notering is zij de hoogstgenoteerde vrouw op dat prestigieuze lijstje. Echter Agnes Jongerius verliest steeds meer steun binnen de FNV. Een aantal bonden blijft de door haar ondersteunde pensioenplannen torpederen. Beiden hebben nu een communicatie-expert in de arm genomen in hun strijd voor én tegen het pensioenakkoord.

Charles Huijskens is dé communicatiestrateeg in crisistijd, moet de vakcentrale FNV hebben gedacht. Eerder stond hij de drie curatoren van de failliete DSB-bank bij. Ook adviseerde hij Ahold en de raad van bestuur van Barclays, toen de Britse bank ABN Amro wilde overnemen.

Ook Bondgenoten heeft een externe communicatieadviseur aangetrokken: Jan Kuitenbrouwer. De schrijver van onder meer Turbotaal wordt 'af en toe ingehuurd voor een cursusje', zegt een woordvoerder. Volgens haar is Kuitenbrouwer echter niet 'de spindoctor van Bondgenoten, zoals Huijskens dat blijkbaar is voor de vakcentrale'.

Lees meer

zondag 3 juli 2011

Onzichtbaar protest


De dertiger Liu Bolin uit Shandong, China, slaagt erin om zich te camoufleren in elke omgeving, hoe complex ook. Liu werkt max. 10 uur aan elke foto om er zeker van te zijn dat het perfect is. Het resultaat mag er zijn, soms hebben voorbijgangers niet eens in de gaten dat hij er is tot hij beweegt.

De talentvolle Liu Bolin zegt dat hij met zijn kunst protesteert tegen de acties van de regering, die zijn atelier in 2005 sloten en kunstenaars vervolgen. Het gaat over het niet passen in de moderne samenleving. Ondanks problemen met de Chinese autoriteiten, wordt Liu´s werk internationaal gewaardeerd.






vrijdag 1 juli 2011

Roddelen versterkt vriendschappen op de werkvloer


Roddelen is een belangrijke indicatie van de verhoudingen op de werkvloer. Het kan leiden tot hechte banden tussen medewerkers in een organisatie en zelfs tot het ontwikkelen van vriendschappen, blijkt uit onderzoek van Lea Ellwardt, getiteld Gossip in organizations. A social network study. Ellwardt promoveerde 30 juni aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Met haar onderzoek richtte Ellwardt zich vooral op de sociale relaties tussen mensen die (onderwerp zijn van) roddelen in organisaties en bedrijven. Hoe zien die relaties eruit, wie praat met wie en ook: over wie? ‘Ik was met name geïnteresseerd in vertrouwensrelaties tussen medewerkers en de kwaliteit van de sociale en formele relaties. Vooral omdat je vaak niet zelf kunt kiezen met wie je samenwerkt.’

Niet negatief
Roddelen is niet per se negatief, stelt Ellwardt. ‘De definitie van roddelen is praten over iemand die op dat moment niet aanwezig is. Dat kan om negatieve gesprekken gaan, maar ook over positieve zaken.

Negatief roddelen blijkt vaker voor te komen tussen mensen met een vertrouwensband. Logisch, vindt Ellwardt. ‘Iets kritisch deel je niet makkelijk met iemand die je niet goed kent. Negatief roddelen over iemand houdt namelijk ook risico’s in. Afkeuring, bijvoorbeeld. Het is voor de roddelaar belangrijk om erop te kunnen vertrouwen dat de ontvanger de informatie discreet behandelt en niet verder verspreidt.’

Band versterken
Roddelen helpt om de band met iemand te versterken. Ellwart bracht roddel en vriendschap tussen medewerkers binnen één jaar drie keer in kaart. Medewerkers die roddelen raken na verloop van tijd vaak met elkaar bevriend. Heel actief roddelgedrag levert echter niet meer populariteit op in het vriendschapnetwerk. Integendeel: zodra iemand met veel verschillende mensen roddelt wordt het vertrouwen minder en gaat de populariteit omlaag.

Waar voor negatieve roddels een zekere vertrouwensband noodzakelijk is, zijn mensen die positief roddelen minder selectief. Ellwardt: ‘Dat ligt minder gevoelig dus dat kan met iedereen.’ Ook is het bij positief roddelen niet zo dat populaire collega’s extra vaak genoemd worden. ‘Dat verbaast me wel. Over iemand met veel vrienden word niet automatisch positiever gepraat. Mensen die het onderwerp zijn van negatieve gesprekken worden daarentegen juist wel vaker genoemd.’

Beperkt generaliseerbaar
Volgens Ellwardt is haar onderzoek slechts beperkt generaliseerbaar. ‘Ik heb mijn onderzoek uitgevoerd in een sociale organisatie in de zorgsector. Hier werken veel vrouwen, veel hebben een parttime baan en er is een sterke hiërarchie, waarbij de bazen met name mannen zijn. Het leek me dat zo’n mannelijke baas een aantrekkelijk onderwerp zou zijn voor negatieve roddels. Puur omdat het niet makkelijk is om hem direct te benaderen. In de praktijk viel dat echter heel erg mee.’

Bazen blijken vooral op een negatieve manier besproken te worden als medewerkers geen vertrouwen in hem hebben. Omgekeerd gaat dit echter niet op. Een baas waarin veel mensen vertrouwen, wordt niet vaker positief besproken. Ellwardt: ‘Als alles goed gaat is dat niet sensationeel en wordt het dus niet besproken.’

Roddelen als indicator
In de praktijk biedt het onderzoek vooral handvatten voor managers, denkt Ellwardt: ‘Een manager die ervaart dat er veel negatief wordt geroddeld op de werkvloer moet niet per se actie ondernemen op het roddelen zelf. Wel kan hij het beschouwen als een indicator. Aanhoudend negatief geroddel geeft aan dat er iets mis is. Doorgaans gaat het daarbij om vertrouwensproblemen. Problemen die je bijvoorbeeld kunt verhelpen door meer transparantie. Ook hoef je als baas vermoedelijk niet bang te zijn dat er veel over je geroddeld wordt. Mits je goed omgaat met je ondergeschikten.

Als er helemaal niet wordt geroddeld op de werkvloer is dat niet per se goed, stelt Ellwardt. ‘Mensen die veel over elkaar praten hebben een bepaalde interesse in elkaar. Doen ze dat helemaal niet, dan vinden ze elkaar wellicht niet interessant. Daarbij heeft roddelen de nodige positieve functies. Het is vermakelijk, je kunt de tijd er mee doden en kan zorgen voor hechtere banden.’